Haar doorbraak kwam in 1989, met de autobiografische roman Voor bijna alles bang geweest. Het boek beschreef de oorlogsgeschiedenis van haar familie, zij het met fictieve namen. Lewin’s moeder kwam om in een Duits kamp, zij en haar vader overleefden de oorlog.
Lewin werd in 1939 in Den Haag geboren in een Joodse familie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef ze op verschillende onderduikadressen. Na de oorlog woonde de familie Lewin enkele jaren in Indonesië.
Hoewel haar Joodse identiteit en het oorlogsverhaal van haar familie veel voorkwamen in haar boeken, wilde Lewin niet uitsluitend als slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog gezien worden. In 1999 zei ze daarover tegen NRC: ‘Ik word graag uitgenodigd voor literaire avonden en toch weiger ik te komen zodra ik merk dat ze me niet als schrijfster willen maar als onderduikkind. Ik laat me niet opbergen in dat Holocaust-ghetto.’
Haar roman Voor bijna alles bang geweest werd bekroond met het Gouden Ezelsoor en werd vertaald naar het Duits. Andere boeken van Lewin zijn Een hart van prikkeldraad (1992), Vorig jaar in Jeruzalem (1996) en Herfstreis naar Dantzig (1997). Haar meest recente romans zijn De verloren savanne (2008) en Bach onder de palmen (2012).
Er zijn boeken van haar te leen in de Mediatheek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten