"Ik heb van hem niet één slechte zin gelezen, nooit", zei zijn redacteur bij uitgeverij Casper Dullaert tegen de NOS. "Niet in zijn boeken, niet in zijn e-mailtjes, niet in zijn brieven, hij had een ongelooflijk mooie, verzorgde en bijzondere schrijfstijl."
In 1964 debuteerde Jeroen Brouwers met de verhalenbundel Het mes op de keel. Voor zijn daaropvolgende roman, Joris Ockeloen en het wachten (1967), ontving hij de Vijverbergprijs. Bij het grote publiek werd hij bekend met Bezonken rood (1981), waarin hij het verhaal vertelt van zijn moeder en hemzelf in een Japans kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Over Bezonken Rood was in 1981 veel te doen. Brouwers was een peuter toen hij door de Japanners opgesloten werd. Kon hij weten wat hij schreef? Onder anderen Rudy Kousbroek, ook een kind uit een 'Jappenkamp', verweet Brouwers dat hij de verschrikkingen had overdreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten