EN TOCH IS ALLES WAT WE DOEN NATUUR
Leo Vroman schreef in de gedichtencyclus Wieltjes en wieltjes: ‘en toch is alles wat we doen natuur’, deze dichtregel is het motto bij het thema Natuur. Natuur is alomvattend, meer dan alleen flora en fauna. De overweldigende natuur waartegen de mens zich nauwelijks kan verweren, is een romantisch idee.
Terug te vinden in de hedendaagse literatuur: Grip (Stephan Enter), Leven van Pi (Yann Martel) en in Zeitoun (Dave Eggers), maar ook in klassiekers als Nooit meer slapen (W.F. Hermans), Robinson Crusoe (Daniel Defoe) en Moby Dick (Herman Melville). Solar (Ian McEwan) en Smeltend ijs (Ilja Trojanow) zijn literaire verhalen over bedreiging van natuur en klimaat. De typische Hollandse landschappen spelen een literaire hoofdrol in Natuurdagboek (Nescio) en Boven is het stil (Gerbrand Bakker).
En er is een fascinerende literaire dierentuin. Schrijvers kruipen graag in de huid van dieren, Anton Koolhaas en Toon Tellegen doen dit meesterlijk, maar ook: Dagboek van een Poes (Remco Campert), De Ruiter (Jan van Mersbergen) en De verwarde cavia (Paulien Cornelisse). Midas Dekkers is een van de vele biologen in de Nederlandse letteren, van hem is de onvergetelijke quote: “Echte fauna en flora kennen de mensen vooral van de slager en de groenteboer”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten