Het vernietigingskamp tekende het leven van haar vader en loopt als rode draad door het werk van Durlacher. "Auschwitz is altijd het centrale woord voor mijn vader geweest", vertelt de schrijfster. "Als het woord viel, gingen de luiken dicht voor mijn vaders gezicht en werd hij een vreemde."
Haar vader Gerhard Leopold Durlacher werd geboren in Duitsland en vluchtte in 1937 met zijn ouders naar Nederland om uit handen te blijven van de nazi's. Vijf jaar later, toen hij 14 jaar oud was, werd het gezin alsnog opgepakt. De Durlachers belandden in kamp Westerbork en vervolgens in Auschwitz.
Voor Jessica Durlacher voelt het voormalige vernietigingskamp als een plek waar ze eigenlijk niet mag zijn. "Dit is zijn horrorplek. Alsof ik een geheim van hem zie", zegt ze over haar vader.
Op 8 mei 1945 bevrijdden de Russen haar vader in Auschwitz. Haar grootouders waren doorgestuurd naar andere kampen. Haar opa kwam om in Bergen-Belsen, haar oma in Stutthof. Pas op latere leeftijd ging haar vader schrijven over zijn oorlogsverleden. In Strepen aan de hemel (1985) beschrijft hij hoe hij in Auschwitz zijn ouders voor het laatst ziet.
"Hoofd verborgen achter de staldeur zie ik hen staan. In rijen van vijf, maar nog niet in het gelid, honderden vrouwen, zwijgend wachtend met uitdrukkingsloze gezichten, in kreukelige kleding, doeken om het hoofd. Mijn ogen verslinden de rijen. Tos ze bij het blauwgrijs gemeleerde wollen gebreide jasje van mijn moeder tot stilstand komen. Het jasje dat ik op een andere planeet als jongen van negen heb mogen helpen uitzoeken. Mijn blik schreeuwt naar haar en haar hart hoort mij.
- Uit Strepen aan de hemel van G.L. Durlacher.
"De ergste passages in mijn vaders boeken zijn de passages waarin hij afscheid moet nemen van zijn ouders. Dat is zoiets verschrikkelijks en dat was gewoon hier, op deze plek", zegt Durlacher.
Zowel het debuut van Jessica Durlacher, Het Geweten (1997), als haar tweede roman De dochter (2000) is een 'tweede-generatieroman'. In beide werken zijn de hoofdpersonen kinderen van mensen die concentratiekampen hebben overleefd. (al deze boeken zijn aanwezig in onze Mediatheek;-)
Toch wilde Durlacher lang niet afreizen naar het kamp dat haar vader maar ternauwernood overleefde. "Ik vond het niet nodig", zegt ze over die keuze. "Ik had er al zo veel over gelezen, ik dacht: het is wel goed zo."
Lopend langs het prikkeldraad, de barakken en de spoorlijn, raakt ze geëmotioneerd. "Ik word gedrukt op datgene wat mijn vader meedroeg. Dat is zo'n grote last, al die onvoorstelbaarheden."
"Je realiseert je opeens: er is eigenlijk maar één ding en dat is leven en het krankzinnige is dat ze leven wilden doden. Het hele leven van een heel volk", zegt Durlacher. "Daarom vind ik het ook zo'n wonder dat mijn vader toch nog echt een mens is geworden nadat hij dit had meegemaakt. Dat je hieruit komt en dan nog helemaal opnieuw begint met leven."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten